Een weelderige groene binnentuin met daaromheen huizen, die een antwoord bieden op de kieren die de huidige woningmarkt blootlegt. Een jaar na oprichting heeft de Stad in de Maak-enclave in Vlaardingen een naam: de Vlaardinger Meent / Vlaardingen Commons. De eerste commons (gedeelde ruimten en voorzieningen) zijn er, de community is verdubbeld. Een update van dit levende onderzoek naar nieuwe manieren van wonen en samenleven.

In de woonkamer van de Cornelis Houtmanstraat 22 liggen houtsnippers op de grond, met een pad ertussendoor. Tegen de wanden staan boekenkasten met boeken over uiteenlopende onderwerpen. Van fermenteren tot de geschiedenis van Oost-Europa, en ook boeketreeksromans. Twee luie fauteuils. En dan is daar opeens de herkenbare stijl van de stadsnomaden van Stad in de Maak, met dank aan Studio C.A.R.E., die van de gemeenschappelijke woonkamer van het nieuwste project in Vlaardingen een herberg maakte.
Herberggevoel
De ruimtes zijn hostel-style ingericht. Na de lobby c.q. leeskamer staat er in het volgende vertrek – uiteraard zijn de deuren er overal uitgehaald – een eettafel met allerlei verschillende stoelen. Een keuken vol tweede tot en met tiende kans kookgerei en lockers maken het herberggevoel helemaal af.
Nu de logés nog. Boven zijn er een tiental slaapkamers, bedoeld voor kortdurend verblijf in de herberg. Er heeft echter nog niemand kunnen slapen. “De dag voor de opening stond de bouwinspectie van de gemeente voor de deur”, vertelt Daan den Houter, die zich naast zijn kunstenaarschap opwerpt als waard van de meent. “Omdat er een muur is doorgebroken, kan de veiligheid niet gegarandeerd worden en mag er niemand slapen.”
Een domper voor het herbergmodel. En tegenslag komt vaak niet alleen. “Eén van de bewoners ging trouwen. Er was een feestje dat tot 22.00 uur zou duren. De muziek was al uit, maar om 22.30 uur stond de politie voor de deur vanwege een klacht van de benedenbewoners.”
Het zijn waardevolle lessen in het onderzoek naar samenleven en het ‘op maat maken van de stad’, waar de Vlaardinger Meent voor is opgericht. Ook in deze straten beslissen en beheren de bewoners het geheel sociocratisch. “We leren hier opnieuw wat het is als uiteenlopende mensen samenleven. De meeste problemen worden al opgelost door naar elkaar te luisteren”, concludeert hij. “En de schuttingen eruit halen, dat helpt ook al een heleboel.”

Groei en inkomsten
De Vlaardinger Meent, zoals de bewoners de twee straten na bijna een jaar lang sociocratisch overleg doopten, begint vaste vormen te krijgen. Inmiddels zijn er 70 woningen in beheer bij Stad in de Maak, waarvan een deel bestaat uit gemeenschappelijke voorzieningen en opslag. Zo’n 55 huizen worden door één of meer bewoners bewoond.
De huurinkomsten (300,=/mnd/woning) worden gesplitst in drie potjes: een derde gaat naar Algemene Kosten en Onderzoek & Ontwikkeling van Stad in de Maak, daarvan wordt, naast een potje overhead, onder meer sociaalgeografisch onderzoek naar heden en verleden de wijk van betaald; een derde naar het beheer van de straat, daar worden – naast de reguliere onderhoudskosten van de woningen – voorzieningen zoals de herberg en de tuininrichting van betaald; en het overige deel vloeit terug in de community voor gemeenschappelijke wensen en projecten. Ook de andere projecten van Stad in de Maak hebben een dergelijke budgetverdeling, terwijl bovendien circa een kwart van de beschikbare woningen wordt vrijgemaakt voor algemeen gebruik en gedeelde voorzieningen.

Commons
Denk bijvoorbeeld aan de tuin, waar nu een kas wordt gebouwd. Ook is er – net als in het eerdere grote project Pension Almonde in Rotterdam – een ruimte bestemd als sauna. In de gemeenschappelijke werkplaats kan iedereen gereedschap lenen en met machines werken. Verder is er weer een Wasbuur, een blank space, een ruil kledingkast en twee gemeenschappelijke woonkamers.
“We hebben veel oogst uit de tuin en daar zijn mensen erg enthousiast over”, vertelt bewoonster Laura, die veel in de tuin doet. “We hebben bijvoorbeeld pesto uitgedeeld aan iedereen.” Bewoonster Romy gebruikt veel van de common spaces. “Het is fijn om met een groepje mensen in de ruimte bij de buitenkeuken te zitten. De keuken in het hostel gebruiken we nu voor de soepavonden. Vorige week vierden de San Juan in de tuin. Dat was een initiatief van mijn half Spaanse buurvrouw. Je ziet dat er steeds meer mensen zijn die iets oppakken of organiseren.”
Nu het hostel niet beslapen kan worden, broeden de bewoners op nieuwe ideeën. “Het was een teleurstelling dat dit idee in duigen viel, maar we denken wel gelijk aan wat we nog wél allemaal kunnen met deze ruimtes. Je ziet dat mensen gelijk kijken wat er nodig is voor de community en met nieuwe ideeën komen” vertelt Romy. Laura: “We willen er een geluidsdichte ruimte maken, zodat muzikanten er kunnen opnemen en er wél kleine feestjes gehouden kunnen worden.”
“Al blijft het wel de vraag hoe je een community goed organiseert”, zegt Romy. “Er integreren mensen, er gaan mensen weg. Er zijn taken die populair zijn en ook vaak vacatures, die niet altijd ingevuld worden.” De buitenkeuken bijvoorbeeld, die initieel het hart van de straat zou moeten zijn, ligt er verlaten en een tikkeltje verloederd bij. “Zo zie je dat je dingen soms kunt bedenken, maar dat de praktijk vaak anders loopt. Daar leren we van.”

Verdubbeling van het aantal bewoners
De community groeide vorig jaar gestaag woning na woning, tot er ongeveer een groep van 25 moderne stadsnomaden woonde. Zij legden contacten in de straat. Met elkaar, maar ook met de zittende bewoners die met een tijdelijk contract van woningcorporatie De Samenwerking in de overige huizen in de straat woonden.
Toen zij vorig jaar het bericht kregen dat ze eruit moesten, ontstond het contact met Stad in de Maak. Daan: “Waarom zou je een nieuwe woning zoeken, als je weet dat er in jouw straat een andere partij is die ook tijdelijk woningen verhuurt? Wilden wij er opeens 30 mensen bij die anders op straat zouden komen te staan? Het was niet echt een vraag. Voor ons was het raar om ze eruit te knikkeren, als partij die de woningmarkt toegankelijker wil maken voor mensen tussen wal en schip, zoals deze mensen.”
‘Je schutting gaat eruit’
Dus werden de oude bewoners van de straat ingelijfd in de Vlaardinger Meent. Er was 1 voorwaarde: je schutting gaat eruit en je draagt bij aan de community. Ook werden de nieuwe, oude bewoners onderdeel van de sociocratie. Opeens moesten de bijeenkomsten die vanwege het internationale gezelschap van Stadsnomaden altijd in het Engels waren, in het Nederlands vertaald worden.
Daan: “De behoeften blijken wel verschillend. Grof gezegd: het ene deel wil het liefst alleen zelf verbouwd voedsel eten en leeft zo duurzaam mogelijk. Dan is het even wennen als je buurman met een frituurpannetje bitterballen en een krat bier in de binnentuin zit.”
Het was wel even spannend, vond Romy. “Er hing wel wat onrust in de lucht. Daarom hebben we als Housing & Residence Circle iedereen persoonlijk benaderd. We stelden onszelf voor en vertelden dat we het samen moesten doen. Jij hoort er ook bij. Na een tijdje ebde de spanning weer weg en zaten mensen meer in hun comfortzone. Vorige week hadden we een meeting met Stad in de Maak en je zag dat mensen die eerst zeker niet zouden komen, er nu toch waren.”
Een blijvend symbool voor stadsnomaden
Wat schuurt tegen conventies kan nou net een broedplaats zijn. “Uiteindelijk onderzoeken we met dit project hoe je je leefomgeving geschikt maakt voor het leven buiten de gebaande paden. Hoe je samenwoont, werkt, leeft en hoe een woning een multifunctionele bron is die je leven verrijkt.”, concludeert Daan. “Wij willen het concept wonen aanpassen naar een nieuwe manier van leven die past bij de behoefte van de stadsnomade.” Het idee is om vanuit dit onderzoek met de Vlaardinger Meent iets blijvends achter te laten in de wijk, nadat we hier weer zijn vertrokken. “Dat kan een logeerhuis zijn, of slechts een straatnaambordje dat herinnert aan wat hier ooit was, maar ook veel meer.”