Nachtexpeditie Rotterdam

In de nacht van 29 op 30 maart organiseerde Stad in de Maak (Piet en Erik: tracking en productie; Jacco en Gaia: catering) ism De Natuurlijke Stad een nachtexpeditie door Rotterdam in het kader van het project Nachtlab: De Donkere Stad (Monnik ea). Tussen zonsondergang en zonsopgang werd met een groep van ca 15 onderzoekers en nachtdeskundigen een rechte lijn dwars door de stad gewandeld. Onderweg werd het nachtlicht en het nachtleven bestudeerd.

Door een semi-willekeurige lijn door de stad te trekken – een letterlijke dwarsdoorsnede – met als centrum de hal van het stadhuis en loodrecht op de Coolsingel geëxtrapoleerd naar de uiterste west- en oostgrens van de stad, is een route ontstaan waarlangs diverse nachtelijke lichtfenomenen en stadsactiviteiten bestudeerd konden worden. Het doel van de tocht was enerzijds om het stedelijke nachtleven (in brede zin, van uitgaansleven tot het gedrag van nachtdieren) en nachtlicht (zowel kunstlicht als natuurlijke donkerte) te ondergaan, anderzijds om verhalen van nachtdeskundigen aan te horen en op zoek te gaan naar de nachtelijke ontwerpopgave van de stad.

Er werd gestart bij zonsondergang (19:09) bij het flatgebouw De Grens, op de grens van Schiedam en Rotterdam, inclusief een avondontbijt in het M4H gebied. De tocht eindigde 12 uur later bij zonsopgang (06:20) met een ravissant ochtenddiner op het verlaten (wachtend op de eerste metro terug naar huis) perron van metrostation Schenkel op de grens van Rotterdam en Capelle a/d IJssel. Er stond een matige wind, het was halfbewolkt en we hebben geen neerslag meegemaakt. De maan stond in het laatste kwartier. De voorspelde minimumtemperatuur was 4 graden Celsius, maar dat bleek reuze mee te vallen, we hebben zelfs ’s nachts op het laatste open terras van de stad gezeten. Het was kortom een prachtige lentenacht.

[slideshow_deploy id=’1269′]
fotografie Frank Hanswijk

Onderweg wandelden we door een scala aan verschillende stedelijke gebieden en het daarbij behorende nachtleven: het transformerende industrie- en havengebied Merwe-Vierhavens, de 19e eeuwse woonwijken van Spangen en Delfshaven, de nachtstraat West-Kruiskade, het centrum, de wederopbouwhoven oostelijk van het centrum, Crooswijk en Kralingen, het Kralingse bos, een stukje Vinex-land Prinsenland, om tenslotte begeleid door het gezang van vroege vogels door de landelijke Kralingseweg op ons einddoel aan te komen.
Om de moed er een beetje in te houden werden diverse avond- en nachthorecagelegenheden onderzocht, tussen het uitgaanspubliek om 01:00 uur gelunched bij McDonalds op de Coolsingel, en werden er tussentijdse straatlezingen door onder meer een ecoloog (over het gedrag van nachtdieren), een lichtontwerper, een historisch stadslichtdeskundige, een stadseconoom over de economie van de Rotterdamse nachtclubs (niet best), en een nachtwerkster (verloskundige) beluisterd. Verder werden onderweg lichtmetingen uitgevoerd, vleermuisdectectoren aangezet en geluidsopnamen en nachtfoto’s gemaakt.
Behalve een verzorgd avondontbijt en ochtenddiner, hadden de cateraars ook zorg gedragen dat we onderweg niet zonder noodzakelijkheden hoefden te doen. Elke deelnemer kreeg een speciaal thematisch rugzakje met essentialia die met elkaar gedeeld moesten zoals mueslirepen (het Mueslimoedertasje), Chinese lekkernijen, vuilniszakken, toiletbenodigdheden, een vette joint (het pubertasje), feestartikelen (om de behouden aankomst te vieren) et cetera. Gelukkig vonden we onderweg ook een Turkse bakkerij waar we om half vier warme zoete broodjes konden ophalen en werd ons door nachtzuster Sara heerlijke koffie op straat geschonken, want na tweeën is alles in het oostelijke deel van de stad dicht.

bevallingen vinden vaak ’s nachts plaats omdat vrouwen zich dan veiliger voelen (wat het algemene idee dat de nacht juist onveilig is tegenspreekt)

Een aantal opmerkelijke bevindingen: In het M4H gebied huist een venijnig bijtende Florentijnse Muurspin; het befaamde Justus van Effenblok in Spangen is bij avond opmerkelijk unheimisch; als je in Rotterdam een nachtclub wil beginnen krijg je gemakkelijk vergunning (want het fenomeen is aan het uitsterven); bevallingen vinden vaak ’s nachts plaats omdat vrouwen zich dan veiliger voelen (wat het algemene idee dat de nacht juist onveilig is tegenspreekt); felle verlichting resulteert juist in minder zichtbaarheid (de contrasten zijn te hoog, zachte egale verlichting is beter voor de zichtbaarheid); de eerste straatlantaarns werden weliswaar aangebracht voor de veiligheid, maar had aanvankelijk ook een minder gunstige connotatie omdat hoertjes er vaak onder stonden (zichtbaar voor de clientèle); aan het eind van de nacht heeft het nauwelijks zin om een bosuil met nep uilengeluid te lokken (hun dag zit er bijna op; het jachtgebied hoeft niet meer afgebakend te worden) en hoewel het fenomeen openbaar toilet is verdwenen uit de stad zijn Dixies (bouwvakkerstoiletten) bij hoge nood best gemakkelijk te openen.
Het meest opmerkelijke was dat we de gehele ca 15 kilometer lange tocht geen enkele keer zonder kunstlicht zijn geweest. Zelfs de donkerste plek in het Kralingsebos was verlicht door de weerkaatsing van het licht van de kassen van Bleiswijk op de wolken. De nachtelijke stad is verre van donker.

Meer over Nachtlab en Stadsastronauten

Zie ook : SidM / Peter Lang Proof Aliens Exist Tour Rotterdam