- sinds: 2015
- gebruik: wonen en werken
- eenheden: 4 wooneenheden met 1 collectieve woonkamer (4 bewoners) en een logeerruimte
- meenten: 1 commons werk- exporuimte (4 a 6 gebruikers)
- oppervlakte: ca. 185 m2
Co-housing, exposities en een pareltje van een tuin
De Bloklandstraat 190 is een van de eerste co-housing projecten van Stad in de Maak. Al zes jaar wordt er in wisselende samenstellingen gewoond in het vier verdiepingen hoge pand in Rotterdam Noord. Het pareltje van het pand is de prachtige binnentuin aan de gemeenschappelijke benedenverdieping.
Voordat Stad in de Maak het pand in beheer kreeg, was de Bloklandstraat 190 een try-out huisvestingsplek voor voormalig daklozen. Nu is het een van de co-housing projecten van Stad in de Maak, met op de begane grond een meent: een gedeelde werkplaats met daarachter een expositieruimte die toegang geeft aan de gedeelde binnentuin van de buurt.

Sinds corona ligt de ruimte stil en is het – het gevaar dat altijd op de loer ligt bij ongebruikte expositieruimtes – tijdelijk een opslagruimte. Gelukkig is er de nieuwe bewoonster Lonneke, die plannen heeft om hier een weggeefwinkel te starten. Eerder werd de ruimte intensief gebruikt, vertelt bewoonster Gaia. Zij studeerde net als Luuk, die de werkplaats veel gebruikt, aan de Willem de Kooning Academie. De ruimte was tijdens hun studie in trek als expositieruimte voor henzelf en vakgenoten.
Een park in de achtertuin
Het pareltje van dit pand is de achtertuin, die uitloopt in een buurtpark tussen de blokken aan de Bloklandstraat en de Schoonoordstraat in. De Schoonoordtuin, sinds 1993 een bewonersinitiatief. Een verborgen weelderige groene plek, die door de bewoners wordt bijgehouden.

Boven zijn de woningen, waar door de jaren heen verschillende mensen uit het netwerk van Stad in de Maak hebben gewoond. Tijdens de Syrische vluchtelingencrisis woonden er ook twee Syriërs die te voet naar Europa waren gekomen.
Ook het pand zelf onderging de nodige veranderingen door de jaren heen. Eerst was er een gedeelde woonkamer en keuken, maar later hebben de toenmalige bewoners Luuk, Gaia en Lonneke de ruimtes zo verbouwd dat ieder een eigen keukenvoorziening heeft. Als ruimtelijk vormgevers en kunstenaars is een beetje verbouwen voor hen geen probleem, ook al is het slechts tijdelijk.

Gaia Suyling Smit – tot 2023 bij Stad in de Maak – aan het woord:
“Ik besef wat een geluk ik heb dat ik hier al zes jaar woon, terwijl vrienden van mij echt heel veel moeite hebben om een huis te vinden vanwege de situatie op de woningmarkt.” Ik kwam hier ooit toen ik ging studeren aan de Willem de Kooning Academie. Mijn vader had een vriend die kunstenaar was in Rotterdam en die kende Erik van Stad in de Maak. Dit kwam net vrij en ik was de eerste bewoner.
Uiteindelijk gaan ze hier de fundering van het pand doen, dan zal ik eruit moeten. Dat is geen probleem. Ik heb mijn leven flexibel ingericht. Ik werk nu bij Bloemenwinkel ’s Zomers, waar ik zorg dat restaurants en kantoren mooie bloemstukken krijgen. Heel leuk vind ik het. Maar als ik weg zou moeten, ga ik misschien wel naar het buitenland.
Van alle panden van Stad in de Maak gebeurt hier misschien het minste. Eigenlijk wil ik de ruimte beneden leegtrekken en weer wat meer ermee doen. Ik voel me medeverantwoordelijk voor de missie van Stad in de Maak. Wat ik nu vooral doe is meehelpen als iemand hulp nodig heeft met sjouwen en opbouwen.
Het is leuk om onderdeel van Stad in de Maak te zijn. Iedereen heeft iets unieks, de mensen weten allemaal ergens wat vanaf, er is veel leuks te beleven. De eerste jaren hadden we ook meer lezingen over onze visie, ik hoop dat dit weer terugkomt. “Samen staan we ergens voor.”
