Al bij haar eerste stappen op de woningmarkt voelde Ana Džokić, mede-oprichter van Stad in de Maak, diep in haar wezen dat er zoveel beter kon. Zowel in Belgrado als in Rotterdam werkt ze samen met haar partner Marc Neelen vanuit hun praktijk STEALTH.unlimited aan oplossingen voor en door mensen zelf. Die zijn anders dan oplossingen vanuit het beleid. “Als je een systeem wilt veranderen, moet je ongelooflijk doorzetten.”
Het is 14 december 2022. Sinds vandaag woont Ana officieel samen met haar werk- en levenspartner Marc Neelen in een sociale huurwoning aan de Banierstraat in Rotterdam. Dat terwijl ze 25 jaar geleden heeft bezworen dat ze nooit meer in een ‘normale’ woning zou gaan wonen. “Het is vers”, concludeert ze.
De nieuwe situatie strookt niet met de ambitie die zij met Stad in de Maak heeft om op een permanente plek een gemeenschappelijke en duurzame wooncoöperatie op te zetten. En even was hun ideaal zo dichtbij. Maar Marc en Ana moesten gedwongen vertrekken van de plek die ze 22 jaar hebben opgebouwd en onderhouden: de Burgemeester Roosstraat.
Die woning aan de Burgemeester Roosstraat was in zeer slechte staat, toen ze daar introkken, maar al snel werden ze er volleerde klussers. “We goten beton, bouwden er met hulp van onze buurman Erik Jutten een badkamer in en we hebben de ruimte gesplitst in twee niveaus. Het was precies wat we nodig hadden. We woonden er goedkoop, zodat we het ook vol konden houden om afwisselend in mijn geboorteplaats Belgrado én in Rotterdam te wonen en werken.”

De eerste wooncoöperatie van Rotterdam
De bewonersvereniging beheerde het blok voor de gemeente Rotterdam, met de gedachte het op een dag te kunnen kopen. Er was een opstalovereenkomst, waarmee de ruim 20 bewoners met elkaar de panden beheerden. Ze renoveerden en stutten gevels, legden zelfs nieuwe dakpannen. Stap voor stap kwam het idee op om als collectief de panden van de gemeente te kopen. In 2021 maakten ze een ondernemingsplan en gingen in op een pilotprogramma voor nieuwe wooncoöperaties van de gemeente Rotterdam. “We hebben daar echt veel energie in gestoken in de hoop onderdeel te worden van de eerste nieuwe wooncoöperatie van Rotterdam.”
Natuurlijk zou deze wooncoöperatie worden opgezet volgens de uitgangspunten van Stad in de Maak en VrijCoop: de groep bewoners betaalt dan met een betaalbare huur langzaam het pand af, waarmee het wordt ‘vrijgekocht’ van de speculatieve vastgoedmarkt. Zo blijft het pand eigendom van de coöperatie en wordt het nooit meer verkocht. Toekomstige bewoners betalen dezelfde huur als de eerste bewoners. Daarnaast is een deel van het pand bestempeld als commons, gemeenschappelijke ruimte waar bewoners samen voorzieningen mogelijk maken. Denk aan een gemeenschappelijke keuken, gastenverblijf, wasruimte, workshopruimte et cetera.
Dichtgetimmerde ramen
Zo liep het niet. “De pilot voor een wooncoöp klapte, want die bleek door onwil en onkundigheid bij de gemeente niet rond te rekenen.” Gisterenavond leverden ze de sleutel in. “Meteen na ons vertrek werden de ramen dichtgetimmerd. Nu zitten we hier en gaan we op zoek naar de volgende mogelijkheid. We are not easy to stop. Wij hebben de drive om door te zetten om zowel hier als in Belgrado wooncoöperaties van de grond te krijgen.”
“Maar met dit tempo zou je nog gaan geloven dat onze wooncoöperatie er pas is tegen de tijd dat we met pensioen zijn.” In de tussentijd werkt ze aan andere pioniersprojecten. Altijd is er een belang voor het collectief. Zo zijn er de woon- en energiecoöperaties in Belgrado, die ze samen met Marc en anderen oprichtte. Ze is ook een van de aanjagers van MOBA, een Europese coöperatieve vennootschap die met haar revolving fund pioniersprojecten wil financieren in Centraal en Zuidoost Europa. “Eindelijk een fonds dat wél geld kan lenen aan groepen mensen om wooncoöperaties te starten.”
Het liefst werkt ze in het speelveld van verschillende vakgebieden zoals kunst, architectuur, planologie, antropologie. Toch blijft de menselijke kant van de architectuur de basis. Al op haar 14ee wist Ana al dat ze deze kant op wilde. Na haar studie architectuur in Belgrado studeerde ze in Amsterdam aan het Berlage Instituut en deed een PhD in Stockholm. “Inmiddels weet ik even niet zo goed meer wat mijn vak precies is, maar dat vind ik niet slecht. We doen op het moment minder onderzoek en zijn meer initiatieven aan het opzetten. Echt ontwikkelaars zijn we ook nog niet, maar dat komt hopelijk als de wooncoöperatie er straks is”, glimlacht ze.

Het systeem openbreken
Wat daar dan nog voor nodig is, is een vraag die leidt tot onmacht. “Het is frustrerend, omdat het er al lang had moeten zijn! We hebben genoeg plannen gemaakt, gerekend, onderzocht en ontworpen om te weten dat het kan. In Rotterdam zijn vier pilotprojecten met de gemeente rond wooncoöps mislukt. Zo moeilijk is het niet en de mensen waren er, de energie was er. Mijn gevoel is dat de beleidsmakers het niet willen.”
Ze geeft een voorbeeld. “Omdat wij een van de Rotterdamse pilotprojecten zouden worden, kregen we verplicht een cursus hoe je als groep een ondernemingsplan kunt maken. Iets wat we al tig keer hebben gedaan. Er werden tegelijkertijd door de gemeente voorwaarden voor dit ondernemingsplan geschetst die onmogelijk waren om aan te voldoen, dat hadden we zelf al snel vastgesteld. Terwijl we notabene zelf door Europa cursussen over wooncoöperaties geven, wilde niemand van de gemeente iets van onze kennis of ervaringen weten.”
Omdat ze gelooft dat het kan en weet welke de voordelen een wooncoöperatie biedt, gaat ze door, samen met de anderen. Nog steeds is ze geïnspireerd door het kraakpand aan de Zwaanshals in Rotterdam waar ze ooit met Marc woonde. Het zaadje voor collectief ontwikkelen werd daar geplant. “Er was daar een buurtmaaltijd, er werden concerten en tentoonstellingen gegeven en er was zelfs een kleine kinderopvang. De hele wijk kwam er. Toch besloot de gemeente het te slopen om vervolgens elders in de wijk opnieuw een buurthuis te beginnen, maar dan vanuit de instituties. Dat terwijl alles er al was. Ik voelde toen zo’n drive om tegengas te geven. Tot op de dag van vandaag is dat mijn brandstof.”
“Als het lukt, dan breken we een vastgelopen systeem open en dan komt er weer meer ruimte voor andere mogelijkheden om te wonen. Ik doe dit niet alleen voor onszelf, maar ook voor starters die nu geen woning kunnen betalen, voor mensen die iets anders willen dan zich conformeren aan de macht van het geld, mensen die een leefstijl hebben die uniek is, of die niet passen binnen de hokjes van gangbaarheid.”